de droom van een onafhankelijk limburG
 

WELKOM

IN HET BRONSGROEN EIKENHOUT:

LIMBURG

 

MEDAILLES/MILITAIRE DECORATIES - DUITSE PERIODE (/REVOLUTIE /DUITSCHE BOND).

Omdat nogal begaan ben met buitenlandse literatuur is mij de term medaille vertrouwd, daar waar in het Nederlands de term penning hiervoor gebruikelijk is.

 

1. 1848, zink, Arminius (ook bekend als Hermann) vorst van de Cherusken als het nationale symbool voor het Germanendom cq. Duitsdom in de 19de eeuw. Beneden: de wapenschilden van de lidstaten van de Duitsche Bond. Limburg heeft pas sinds 27 december 1886 een eigen wapen, daarom staat alleen het Luxemburgse wapen erop. Limburg en Luxemburg waren vanaf 1839 gezamenlijk lid (Luxemburg was vanaf 1815 reeds lid, Limburg sinds 1839). Spreuk om de wapenschilden heen: " Vereint zu einem Bilde, vereint zu Schirm und Wehr, so stehen die Wappenschilde im Kreis umher".

2. 1848, t.g.v. de opening van het Duitse parlement (Nationalversammlung) 18 mei 1848. Beneden het wapen van Oostenrijk dat model heeft gestaan voor het wapen van de Duitsche Bond (Oostenrijk: wapenschild op dubbele adelaar, Duitsche Bond: geen wapenschild op dubbele adelaar). De Duitsche Bond stond altijd onder leiding van Oostenrijk, zoals vastgelegd in het Verdrag van Wenen (1815). Niettemin, in de praktijk speelde ook Pruisen een overheersende rol. Medaille is van zink.

3. zelfde medaille als 1. maar nu uit 1840 ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Duitsche Bond (opgericht tijdens Congres van Wenen 1815), tin (deze medaille verscheen alleen in de jaren 1840 (tin en brons) en 1848 (zink)).

4. zelfde medaille als 1. en 3., maar nu in het brons (1840).

 

 

Ronduit uniek messing doosje uit 1848 (jaartal alleen met juweliersloep te zien, staat tussen de spreuk gespiegeld aan de tekst van de spreuk "Vereint zu einem Bilde, vereint zu Schirm und Wehr, so stehen die Wappenschilde im Kreis umher"). Het is gelijk aan de bovenstaande medaille(s) met de beeltenis van Arminius (ook bekend als Hermann) vorst van de Cherusken als het nationale symbool voor het Germanendom cq. Duitsdom in de 19de eeuw met op de keerzijde de wapenschilden van de lidstaten van de Duitsche Bond. Limburg heeft pas sinds 27 december 1886 een eigen wapen, daarom staat alleen het Luxemburgse wapen erop. Limburg en Luxemburg waren vanaf 1839 gezamenlijk lid (Luxemburg was vanaf 1815 reeds lid, Limburg sinds 1839). Het doosje is te klein om als houder voor de medaille te kunnen hebben gediend. Mogelijk een poederdoosje of tabaksdoosje? (bovenste twee afbeeldingen gescand (zoals de meeste afbeeldingen op deze website), onderste twee gefotografeerd)

 

 

links. 1848, tin, vrouwe Germania die samen met Hermann de (Duits)nationale identificatiefiguren vormden in de 19de eeuw.

Haar megagroot portret hing boven het sprekersgestoelte (bordes) van de voorzitter (President) van het Duitse parlement, zie verderop. Beneden: de aanleiding voor deze herinneringsmedaille --> de opening van het Duitse parlement op 18 mei 1848.

rechts. 1830, brons, herinneringsmedaille (eind 1830) in opdracht van de Franse kolonel in Belgische dienst graaf Louis Adolphe le Doulcet de Pontécoulant voor zijn manschappen (Parijse Belgen) van het korps tirailleurs (scherpschutters), die tijdens de Belgische Opstand cq. Belgische Omwenteling cq. Belgische Revolutie o.a. Maastricht aandeden. DAT zijn de helden van de Limburgers en NIET de 'Hollanders' tegen wie de Limburgers aan de zijde van de Belgen vochten en hun bloed vergoten (voor onze verlossing van de Hollanders). Uiteindelijk werden de 'Hollanders' verjaagd door de Belgen, Limburgers en Luxemburgers hetgeen een absolute blamage was voor het 'Hollandse' beroepsleger, temeer daar er geen sprake was van een Belgisch beroepsleger (de uit het 'Hollands' leger gedeserteerde en ontslagen zuidelijke soldaten werden achtergehouden), doch een leger vrijwilligers (bewapend met landbouwwerktuigen (wapens werden buitgemaakt op de 'Hollanders' maar waren verreweg onvoldoende voor alle vrijwilligers en er was sowieso geen tijd om 'schiettraining' te geven) en volgens toenmalige krantenberichten deels op blote voeten lopend (de Belgische revolutie was een spontane proletarische revolutie van mensen die volledig aan de grond zaten) onder leiding van opperbevelhebber, van het vrijwilligersleger, de Maastrichtenaar luitenant-generaal Lambert Petrus Anton Andreas Nijpels (zijn broer Lambert Theodoor drukte de anti-Hollandse verzetskrant L'Eclaireur en andere broer Michiel verkoos de kant van het 'Hollandse' leger). DAT (Lambert P.A.A. Nijpels) is onze (=Limburgse) held, samen met luitenant-generaal Nicolas Joseph Daine en Anne-Francois Mellinet. NIET baron luitenant-generaal Bernardus Johannes Cornelis Dibbets, die (overigens op klungelige wijze) Maastricht verdedigde voor 'Holland' (ofwel Nederland ZONDER Limburg!). In mijn boek ga ik zeer gedetailleerd in op de Belgische revolutie aan de kant van Maastricht puur gebaseerd op authentieke documenten uit die tijd en geen kopieer en plak-verhaaltje uit een of ander flut modern geschiedenisboek, waarin men zich niet eens de moeite heeft genomen gedegen research te doen (wellicht omdat het niet welgevallig is, men moet zonodig suggereren dat Limburgers Nederlanders zijn, kijk naar de roots en de 'de jure' status van Limburg, dan weet men beter). Als u net als ik twee jaar lang intensief research heeft gedaan naar het Limburgs separatisme, snapt u waarom ik dit schrijf. Men wordt regelrecht ziek van de barbaarse wijze waarop van officiële zijde, of alles wat zich daartoe rekent, omgaat met de Limburgse geschiedschrijving. De Belgische (1831-1839) en Duitse periode (1839-1867) vormen ONZE geschiedenis, NIET die 'achterlijke' Gouden Eeuw (dat is de Hollandse geschiedenis, NIET onze, wij werden in 1815, 1839 en 1867 genaaid (een platte doch juiste verwoording) door de grootmachten en door hen ingelijfd bij 'Holland' alias het Nederland zonder Limburg). Overigens was de Tiendaagse Veldtocht (waarin de Limburgers aan de zijde van de Belgen andermaal tegen de 'Hollanders' vochten) wederom een debacle voor de 'Hollanders' en zeker geen triomftocht zoals de propagandaretoriek van de haatzaaiende propagandaboekjes uit de jaren 1831-1833 (hierin werden de zuiderlingen als een soort van Untermenschen afgeschilderd (maar dat verzwijgt de officiële geschiedschrijving)) ons wilde doen geloven en klakkeloos door de Hollandse geschiedschrijvers werd overgenomen. Ook al pleegde het 'Hollandse' leger een Blitzkrieg tegen het nog in opbouw zijnde (1831) Belgische leger, toch wist men niet het beoogde doel (herovering van compleet België) waar te maken: het bleef slechts bij het veroveren van enkele Vlaamse steden en het verjagen (NIET verslaan!) van luitenant-generaal Daine (die zich, net als de 'Hollanders' na de revolutienederlaag, immers had kunnen hergroeperen). Bovendien klopt het verhaal niet dat de Fransen de 'Hollanders' zouden hebben verjaagd, want laatstgenoemden waren al gevlogen toen de Fransen nog maar net de Belgische grens waren overgestoken. En ook tijdens de revolutie heeft het Franse leger de Belgen niet gevechtsmatig bijgestaan (het waren vrijwilligers uit Noord-Frankrijk en merendeels Franse oud-officieren uit het leger van Napoleon die aan de zijde van de Belgen streden). DAT is de WARE geschiedenis en niet het propagandaverhaaltje van zichzelf verheerlijkende Hollanders die (nog steeds) lijden aan een 'Gouden Eeuw'-syndroom (zie tegenwoordig; het willen meemarcheren aan het handje van de grootmachten, hetgeen ons miljarden kost. Andere kleine Europese landen zijn beduidend slimmer dienaangaande).

 

 

 

1. 1848, tin, wenende engel. Beneden: Pruisische generaal-majoor Hans Adolf Erdmann von Auerswald, lid van het Duitse parlement (Casino-fractie), die gedood werd tijdens de september-opstand van 18 september 1848, zie bij documenten elders op deze website.

2. 1848, tin, wenende engel. Beneden: Vorst Felix Maria Vincenz Andreas von Lichnowsky (Casino-fractie), die gedood werd tijdens de september-opstand van 18 september 1848, zie bij documenten elders op deze website.

 

 

 

1848, brons (soortgelijke medaille als eerder op de website de tinnen versie, doch met een andere achterzijde), Pruisische generaal-majoor Hans Adolf Erdmann von Auerswald, lid van het Duitse parlement (Casino-fractie), die gedood werd tijdens de september-opstand van 18 september 1848, zie bij documenten elders op deze website. Op keerzijde medaille staan twee bloeiende bomen verbonden door het wapen van de Duitsche Bond.

 

 

 

1848, brons, Pruisische generaal-majoor Hans Adolf Erdmann von Auerswald, lid van het Duitse parlement (Casino-fractie), die gedood werd tijdens de september-opstand van 18 september 1848, zie bij documenten elders op deze website. Keerzijde: wenende engel.

 

 

 

Grote tin-medaille met een diameter van 4,5 cm van Gustav Höfken (geb. 14-6-1811 te Hattingen (D), gest. 14-7-1889 te Wenen). Höfken heeft begin 1830er jaren in garnizoen gelegen in Keulen en in 1841 keerde hij weer een keer terug naar Keulen om als journalist te werken voor de Rheinische Zeitung van de beroemde Karl Marx. Door deze relatieve nabijheid bij de Limburgse grens interesseerde hij zich ook voor het gebeuren ten westen van Duitsland. In 1847 verscheen een tweedelig boek met de titel "Vlämisch Belgien" over Vlaanderen. Net als de componist van het Duitse volkslied (waar ons Limburg in het eerste couplet impliciet vermeld staat) August Hoffmann von Fallersleben was ook Höfken ingenomen met de lage landen. Mede daardoor kende hij de situatie van Limburg goed. En zeker ook zijn lidmaatschap van de Württembergerhof-fractie, waarvan ook onze separatistenleider Van Scherpenzeel-Heusch deel uitmaakte, heeft aan zijn kennis omtrent de situatie in Limburg bijgedragen. Daarom mag het ook niet verbazen dat Höfken in november 1848 het Duitse parlement wederom bijeen liet roepen voor twee zittingen over andermaal de Limburgse kwestie (Limburger Frage), naar aanleiding van de verboden Tweede Kamerverkiezingen in Limburg (die ironischerwijze grootschalig door de separatisten gewonnen werd, net als eerder dat jaar de vrije verkiezingen voor het Duitse parlement te Frankfurt am Main, zie ook mijn boek Geef Limburg terug! voor de bewijzen). Op 24 november 1848 bevestigde de Nationalversammlung een tweede maal de reeds op 19 juli 1848 verklaarde onfhankelijkheid van Limburg van holland als zijnde een onafhankelijke (soevereine!!!) Duitse Bondsstaat. De medaille hier is door de familie van (inmiddels geridderde 'von') Höfken opgedragen aan hem ter ere van zijn 75ste verjaardag.

 

 

 

Zelfde medaille (brons) uit 1848 van Robert Blum als verderop hierboven, alleen (typisch Drentwett) met een andere achterzijde. De medaille-ontwerper Drentwett had er een handje aan dezelfde motieven steeds weer in een andere samenstelling te persen. We zien dat ook bij voorgaande medailles van Von Auerswald en Von Gagern.

 

 

 

 

links: 1848, tin, twee eikenbomen met het wapen van de Duitsche Bond ertussen. Beneden: een boer en een edelman (revolutionair beeld voor die tijd!) die samen zweren op de (moderne) grondwet die door het Duitse parlement moest worden opgezet (1849 kwam die ook, trad echter door de contra-revolutie nooit in werking en hierdoor moesten het Duitse volk letterlijk 100 jaar wachten tot 1949 voor de eerste moderne grondwet die ook in praktijk werd gebracht). Niet alleen in de Duitse geschiedschrijving is de Duitsche Bond een wezenlijk aandachtsgebied, maar ook in de Limburgse geschiedschrijving hoort dit zo te zijn (in plaats daarvan krijgen we de Hollandse geschiedenis voorgelepeld: de grondwet van 1848 van de commissie o.l.v. Thorbecke, echter voor Limburg gold PUUR de Duitse Bundesverfassung en NIET de Nederlandse Grondwet hetgeen welwetend foutief in de 'Hollandse' propagandistische geschiedenisboeken staat, zie de originele protocollen van de Nationalversammlung in mijn boek en art. 1 van de toenmalige Nederlandse Grondwet, art. 2 en art. 5 van de toenmalige Wiener Schlussakte plus het besluit van het Duitse parlement dat alle wetten van de lidstaten (dus ook Limburg) ondergeschikt zijn aan de Bundesverfassung). In mijn boek Geef Limburg terug! wordt hier in extenso op ingegaan en het bewijs geleverd dat Limburg onterecht een Nederlandse provincie is. Geen mening, geen theorie, maar feit! De complexiteit van het juridisch geheel, doordat de Duitsche Bond persé Limburg wilde confisceren en Willem I eveneens (daarom 'provincie' en geen 'personele unie'), maakte dat de Duitsche Bond een geniale schaakmat-zet uitvoerde die Willem I kansloos maakte. In mijn boek Geef Limburg terug! wordt dit in extenso belicht.

rechts: 1848, brons, wenende engel bij het graf van Robert Blum. Beneden: beeltenis van de Keulenaar Robert Blum (Deutscher Hof-fractie) die tot op heden wordt gezien als het boegbeeld van het Duitse parlement waarvan hij deel uitmaakte, totdat hij 9 november 1848 werd gefusilleerd door de Weense contrarevolutionairen vanwege het aanvoeren van de Weense revolutionairen (oktoberrevolutie in Wenen). Hij sprak zich in zijn laatste rede voor het Duitse parlement terloops uit voor de onafhankelijkheid van Limburg als bondslid.

 

 

 

 

links-boven: 1848, tin, beeltenis van de Keulenaar Robert Blum (Deutscher Hof-fractie) die tot op heden wordt gezien als het boegbeeld van het Duitse parlement waarvan hij deel uitmaakte, totdat hij 9 november 1848 werd gefusilleerd door de Weense contrarevolutionairen vanwege het aanvoeren van de Weense revolutionairen (oktoberrevolutie in Wenen). Hij sprak zich in zijn laatste rede voor het Duitse parlement terloops uit voor de onafhankelijkheid van Limburg als bondslid.

links beneden: hedendaagse Duitse vergulde medaille t.g.v. de Duitsche Bond (vreemd genoeg geen jaartal). Voor 7,50 euro gekocht in muntenhandel. Verguld betekent niet waardevol in financiële zin. Dat geldt ook voor volgende medaille.

midden-links beneden : 1833, brons, de zeldzame foutieve persing van de medaille (i.v.m. verkeerde tekst) t.g.v. het nog te onthullen monument (pas 24 september 1838, ontwerp reeds 1833) voor de gesneuvelden van de revolutie te Brussel. De tekst is deels in het Latijn, deel Franstalig:

JUG. BATAV. EXCUS. / A. GENDEBIEN, S. VANDEWEYER, / COM.
FEL. DE MERODE, C. ROGIER, / E.B.V.D.L. D’HOOGHVORST, JOLLY, /
F. DE COPPIN, J. VANDERLINDEN, / IN BELGIO GUBERNANTIBUS /
E.L. SURLET DE CHOKIER / GENERAL. COMIT. PRÆSES / MONUM.
AD. PERP. MEM. MART. LIB. / PUBLICA GRATIT. CONSECRATI /
PRIM. LAPIDEM. POSUIT / DIE IV DECEMB. MDCCCXXX. / ———— /
CURANTE JS. PLAISANT / SEC. PUB. ADM. GEN.

(Na het afschudden van het Bataafse juk onder het bestuur van België van Alexandre Gendebien, Sylvain van de Weyer, graaf Félix de Mérode, Charles Rogier, Emmanuel van der Linden d'Hoogvorst, André-Edouard Jolly, Feuillien de Coppin (de Falaën), Joseph van der Linden, heeft Erasme Louis Surlet de Chokier, voorzitter van het
Algemeen Congres (= Nationaal Congres), van dit gedenkteken van eeuwigdurende herinnering aan
de martelaren voor de vrijheid, door ‘s volks dankbaarheid gewijd, de eerste
steen gelegd op 4 december 1830, onder het toezicht van Isidore Plaisant, hoofd
van de algemene administratie voor openbare veiligheid).

Ondanks haar zeldzaamheid heb ik de munt voor slechts enkele tientjes gekocht bij een gerenommeerde muntenhandelaar (!), waaruit ik dan de ontnuchterende conclusie mag trekken dat die dan toch niet zoveel waard is (dus toch geen 'rembrandt' op een rommelmarkt gekocht).

 

rechts-boven: 1848, tin, wenende engel bij het graf van Robert Blum.

rechts-midden beneden: hedendaags, verguld, de Paulskirche te Frankfurt am Main, de residentie van het Duitse parlement (ofwel Nationale Vergadering alias Nationalversammlung).

rechts beneden : 1833, brons, zie beschrijving bij de voorzijde van de munt boven.

 

 

 

1848, tin, baron Heinrich Wilhelm August von Gagern was president (voorzitter) van het Duitse parlement (Nationalversammlung) dat zetelde in Frankfurt am Main. Hij is het ook geweest die met het idee kwam om een reichsverweser, een rijksvoogd (regent) voor de Duitsche Bond te installeren. Dat werd aartshertog Johann von Österreich, die daarmee regent werd van de Duitsche Bond en aldus ook van Limburg naast hertog Willem II (iedere staat had zijn eigen staatshoofd plus de rijksvoogd van de bond als gezaghebbende landshoofden). Aantekening: voor Limburg bestond een uitzonderingspositie (dit had te maken met de Großdeutsche Lösung hetgeen vertaald dient te worden als het Grootduitse vraagstuk), alles in extenso uitgelegd in mij boek Geef Limburg terug!). Ofschoon nu Willem II (eerst dus Willem I) hertog van Limburg was, betrof het een gedoogconstructie vanuit de Duitsche Bond, immers de Nationalversammlung verklaarde in 1848 tot tweemaal (unaniem!) toe dat Limburg een Duitsche Bondstaat was en het een gunst aan (aanvankelijk) Willem I en nu Willem II (later ook Willem III) was, dat hij Limburg mocht regeren (doch wel uitsluitend volgens de Duitse Bundesverfassung en daaraan gerelateerde Duitse wetten (hetgeen in de summiere Hollandse en pro-hollandse Limburgse geschiedschrijving hieromtrent volledig genegeerd wordt, omdat anders het flutverhaal van Nederlandse wetten die naast Duitse wetten geldig zouden zijn (hoe verzin je het!...lees svp de Bundesverfassung die allesomvattend was!) niet meer opgeld zou doen). Deze besluiten van de Nationalversammlung (die met terugwerkende kracht golden vanaf 1839!!!) waren volledig correct, ook met inachtname van het Verdrag der XXIV Artikelen, beste mensen!!! (hetgeen Willem I en Willem II verdomde goed wisten, zie de diplomatieke correspondentie tussen Von Scherff (afgezant voor Nederland, dat immers geen lid van de Duitsche Bond was) en Von Schmerling (minister van buitenlandse zaken van de Duitsche Bond). Limburg vormde aldus evenmin een personele unie (: weer zo'n misvatting) met Willem I/II/III. Omdat de hollandse lezing in de geschiedenisboeken volledig de Bundesverfassung (die immers bindend was voor Limburg door zijn prevalerend karakter boven de Grondwet en door zijn geaardheid daarmee tevens de Grondwet zelfs buitenspel zettend) negeert, is er bewust destijds (regering en media, zeg kranten) een verkeerde zienswijze gepropageerd van Hollandse zijde en zijn in latere cq. recentere jaren misvattingen ontstaan (allerlei verwrongen constructies om de hollandse lezing recht te willen praten) die getuigen van onkunde inzake deze materie en bewuste geschiedkundige propaganda. Dit zijn stevige uitspraken die ik ook kan doen, omdat ik mij in mijn pionierswerk van een tweejarig onderzoek m.b.t. dit thema intensief aan deze materie gewijd heb en niet behebt ben met overmatige chauvinistische gevoelens voor Nederland.

 

 

 

Vijf medailles uit drie landen.

Linksboven op beide fotoscans: ronduit aparte metalen hanger (vermoedelijk, meest voor de hand liggend uit 1919 of tussen 1914 en 1919), gekocht bij een gerenommeerde muntenhandelaar. Op de voorzijde van de medaille met oogje eraan (één geheel, niet gelast) staat: Traité de 1839 oftewel Verdrag van 1839 [dat is het Verdrag der XXIV Artikelen, oftewel Verdrag van Londen oftewel Vredesverdrag (tussen België en Nederland) van 19 april 1839]. Er staat tevens een vermaarde spreuk: "Chiffon de papier" (een stukje papier). Dat citaat refereert aan een uitspraak van de Reichskanzler Theobald von Bethmann Hollweg gedaan tijdens een interview met de Britse ambassadeur Sir Edmond Goschen op 4 augustus 1914. De Britse ambassadeur dreigde de Duitse kanzelier met ingrijpen wanneer Duitsland het neutrale (en sinds 1831 door Groot-Britannië en Frankrijk geprotecteerde) België zou aanvallen, waarop de Duitser de woorden uitsprak (Frans was tot aan WO-II de internationale voertaal):"... Rien que pour un mot 'neutralité', un mot dont en temps de guerre on n'avait si souvent tenu aucun compt ; Rien que pour un chiffon de papier, la Grande-Bretagne allait faire la guerre à une nation de la même famille, qui ne demandait pas mieux que d'être son amie. . ." (ietwat vrij vertaald: "... Alleen voor een woord 'neutraliteit', een woord dat we in oorlogstijd zo vaak hebben genegeerd, alleen voor een lapje [wellicht zelfs in deze context 'vodje'] papier zou Groot-Brittannië oorlog voeren tegen een natie van dezelfde familie, die niets liever vroeg dan zijn vriend te zijn... "). In het Verdrag van Londen van 1839 werd de neutraliteit van België vastgelegd ofwel in geval van dat het land wordt aangevallen grijpen de protectiemachten in (vergelijk met het principe van de NATO). Feitelijk heeft de Reichskanzler 'bout de papier' gezegd en niet 'chiffon de papier', maar is het in het Engels voor propagandistische doeleinden vertaald naar 'lapje' (vodje) papier. Het zou ook zeker in diplomatieke kringen van die tijd hoogst ongebruikelijk zijn geweest om hier überhaupt te spreken van een chiffon de papier, dat zou etiquettair onfatsoenlijk zijn. Op de keerzijde van de medaille staan de handtekeningen van de ondertekenaars van het Verdrag van Londen (officiële benaming Traité de Londres of Traité de paix): buitengewoon afgezant Sylvain van de Weyer namens België, minister van buitenlandse zaken burggraaf Palmerston (Henry John Temple)(namens Groot-Britannië), afgezant in Londen baron Heinrich von Bülow (namens Pruisen), diplomaat in Londen graaf Ludwig Senfft von Pilsach (namens Oostenrijk), afgezant in Londen graaf Horace-Francois Sébastiani (namens Frankrijk) en ambassadeur in Londen graaf Carlo Andrea Pozzo di Borgo (namens Rusland). Het meest belachelijke echter is toch wel (weer typisch Hollands, gewoon die halfslachtigheid, walgelijk) dat degene die namens Nederland getekend heeft 'nooit' genoemd wordt, maar wel degelijk vermeld staat op het Verdrag (zie elders op deze collectie-website voor afbeelding van de originele ambtelijke versie uit 1839 van het Verdrag uit mijn collectie), is die van Salomon Dedel (afgezant in Londen). Bülow en Senfft hebben tevens getekend namens de Duitsche Bond (zoals vermeld in het Verdrag van Londen, welke ambtelijke versie uit mijn collectie volledig afgebeeld is in mijn boek Militaria-Limburgensia: Het Limburgsche Bondscontingent 1842-(1867)) dat zowel de jure als de facto onder leiding stond van zowel Pruisen als Oostenrijk.

Rechtsboven op beide fotoscans: een bekende medaille die we reeds elders op deze website hebben zien staan, echter nu van een totaal onbekend materiaal (zelfs de gerenommeerde muntenhandelaar met tientallen jaren beroepservaring wist niet welk materiaal het was!!!). Het ziet op het eerste gezicht uit als gips dat van een bronzen verflaag voorzien is. Echter er is al een klein laagje weggekrast en er schijnt metaal door. Maar tevens ook wit, met name op de kopse kant. Het voelt ook zwaar aan. Wellicht een met een bronzen verf vergipste metalen medaille? Het lijkt wel alsof er eerst een gipslaag is aangebraht op het metalen oppervlak en dat het daarna in een bad met 'bronzen' verf is ondergedompeld geweest. Ben dit ook tegengekomen bij antieke brons uitziende gipsstandaards die we hebben. Hoe dan ook, een apart exemplaar.....

Linksbeneden op beide fotoscans: bronzen strooipenning ter gelegenheid van de inauguratie van Leopold I van België in 1831. De keerzijde wijkt echter af van die welke op de website met Belgische medailles vermeld staat. Entrée de Leopold prince de Saxe-Cobourg a Bruxelles 21 julliet 1831. [de intocht van Leopold prins van Sachsen-Coburg te Brussel 21 juli 1831].

Midden beneden: gedenkpenning op de inhuldiging van Leopold I als koning der Belgen op 21 juli 1831, de keerzijde heeft betrekking op artikel 80 van de Belgische constitutie. In dat artikel is het afleggen van de eed op de grondwet door de koning vastgelegd. (afbeeldingen van de werkversie en luxe versie van de Belgische constitutie uit 1851 uit mijn collectie staan elders op deze collectie-website).

Rechtsbeneden: bronzen medaille op het overlijden van Willem II 27 maart 1849, net in de week dat de Nationalversammlung bezig was met het afronden van de Reichsverfassung, zie voor originele uitgave uit mijn collectie elders op deze collectie-website, en baron Van Scherpenzeel-Heusch zijn zetel in dat Duitse parlement had opgegeven. Voor de Limburgers (met name de separatisten) was het overlijden van Willem II, die nooit koning is geweest van Limburg alleen hertog, een heuglijk feit. Alleen jammer voor hen en Limburg dat hij een jaar te laat overleden is (hoe macaber het ook moge klinken), want ook al is het speculatief is het toch ronduit aannemelijk dat wanneer Willem II in maart 1848 was overleden, dus net tijdens het uitbreken van de Duitse revolutie, Willem III het in zijn korte ambstperiode nooit en te nimmer zou hebben aangedurfd om Limburg als een provincie te behandelen, zich neerleggen bij de verklaring van het Duitse parlement van 19 juli dat jaar en zou Limburg zijn soevereiniteitsstatus ook in de praktijk hebben kunnen brengen. Nu is het aan het zwakke optreden van dat Duitse parlement door geen bondsleger te sturen naar Limburg (als aanvulling op het daar aanwezige Limburgsche Bondscontingent) te wijten dat Limburg nog steeds (juridisch ten onrechte) als een provincie van Nederland wordt behandeld. Het onterechte Verdrag van Londen uit 1867, dat immers puur het gevolg is van de onrechtmatige ontbinding van de Duitsche Bond door Bismarck in 1866, doet daar niets aan af! Nog te zwijgen dat Limburg helemaal niet eens had mogen worden meegenomen in deze puur Luxemburgse kwestie!!! Macht is voor recht gegaan!

 

 

 

links, brons, voorkant Belgische medaille 1830 ter ere van de gesneuvelden in de septemberdagen van de revolutie in Brussel en Luik, waaronder ook oostelijke Limburgers waren (ver afgesleten tekst luidt: immortelles journées du 23, 24, 25, 26 septembre 1830 met randtekst: Union Force (vereende krachten, eigenlijk slagkreet l'union fait la force ofwel eenheid maakt macht), aux braves defendeurs de la patrie (aan de dappere verdedigers van het vaderland)).

rechts, brons, Oostenrijkse herinneringsmedaille uit 1848 aan het eerste Duitse parlement (Nationalversammlung) in Frankfurt am Main met het Duitsche Bondswapen (met een a-typische kroon, het Oostenrijkse gelijkende wapen kent wel standaard een kroon plus een borstschild).

 

 

links, keerzijde voorgaande Belgische medaille. Afgesleten tekts luidt: Bruxelles et Liège aux villes et communes qui ont combattu pour l'indépendance de la Belgique (Brussel en Luik, aan de steden en gemeenten die gestreden hebben voor de onafhankelijkheid van België). Beide steden vormden de brandhaarden van de revolutie. In het boek Geef Limburg terug! wordt nader ingegaan op de Belgische revolutie en het belang ervan voor (plus de rol van) het oostelijk Limburgs separatisme.

rechts, keerzijde voorgaande Oostenrijkse medaille. Met de veelzeggende tekst: dem deutschen Volke und seinen Vertretern (aan het Duitse volk en haar vertegenwoordigers), de uiting van een ware volksrevolutie (evenals de Belgische).

 

 

 

 

tin, 1848, Oostenrijkse herinneringsmedaille aan het eerste Duitse parlement (Nationalversammlung) in Frankfurt am Main met het Duitsche Bondswapen (met een a-typische kroon, het Oostenrijkse gelijkende wapen kent wel standaard een kroon plus een borstschild)

keerzijde; met de veelzeggende tekst: dem deutschen Volke und seinen Vertretern (aan het Duitse volk en haar vertegenwoordigers), de uiting van een ware volksrevolutie (evenals de Belgische).

 

 

 

 

verguld tin, 1848, Oostenrijkse herinneringsmedaille aan het eerste Duitse parlement (Nationalversammlung) in Frankfurt am Main met het Duitsche Bondswapen (met een a-typische kroon, het Oostenrijkse gelijkende wapen kent wel standaard een kroon plus een borstschild)

keerzijde; met de veelzeggende tekst: dem deutschen Volke und seinen Vertretern (aan het Duitse volk en haar vertegenwoordigers), de uiting van een ware volksrevolutie (evenals de Belgische).

 

 

 

links: 1848, tin, andermaal een herinneringsmedaille (met boven een eikenboom met het wapen(schild) van de Duitsche Bond ervoor) aan de opening van het Duitse parlement (nieuwe stijl, voorheen en na contra-revolutie weer: Bundestag) op 18 mei 1848. Dit is de enige medaille in dat jaar met de opschrift Volksversammlung (op alle andere medailles staat Nationalversammlung).

rechts: de reguliere 2-euro munt van Duitsland uit 2015 (hier echter in een exclusieve kleurvariant, verkrijgbaar bij de munthandel), waar niet alleen voor Duitsland geschiedenis werd geschreven (eerste moderne Grondwet en voorloper Duitse eenheidsstaat) maar ook voor Limburg (soevereiniteitsverklaring als bondslid).

 

 

 

Naslag (is niet namaak en evenmin vervalsing) uit 1842 van een "Vereinstaler/Vereinsthaler" (officieel Vereinsmünze). Limburg nam weliswaar geen deel aan de Zollverein (Tolverbond) van de Duitsche Bond, echter toch is deze medaille interessant. Wilhelm IV werd door de Nationalversammlung verzocht keizer te worden van een eenheidsstaat Duitsland in 1849, als laatste redmiddel voor de Nationalversammlung, en de Limburgse separatistenbaron Van Scherpenzeel-Heusch heeft hierover meegestemd. Zie het boek Geef Limburg terug!. Op de achterzijde staan de twee munteenheden binnen de Duitse Bond, waarin onder andere de financiële bijdragen van de lidstaten werden omgerekend: de Pruisische Thaler en de Oostenrijkse Gulden.

 

 

 

 

Brons, 1849, Wilhelm IV werd door de Nationalversammlung verzocht keizer te worden van een eenheidsstaat Duitsland in 1849, als laatste redmiddel voor de macht van de Nationalversammlung en de tanende populariteit onder het volk door wie het gekozen was, en de Limburgse separatistenbaron Van Scherpenzeel-Heusch heeft hierover meegestemd. Zie het boek Geef Limburg terug!.

 

 

 

 

Vertind brons, 1849, Wilhelm IV werd door de Nationalversammlung verzocht keizer te worden van een eenheidsstaat Duitsland in 1849, als laatste redmiddel voor de macht van de Nationalversammlung en de tanende populariteit onder het volk door wie het gekozen was, en de Limburgse separatistenbaron Van Scherpenzeel-Heusch heeft hierover meegestemd. Zie het boek Geef Limburg terug!.

 

 


 

 

 

 

 


©2012-heden, Henri Smeets