OVERIG.
(Duitse en Belgische periode)

HET gebouw waar Limburgse geschiedenis werd geschreven! --> De Paulskirche in Frankfurt am Main, waar het Duitse parlement zetelde. Voor zover mij bekend, is er in Duitsland maar 1 pottenbakkerij überhaupt die deze miniaturen van keramiek maakt (Töpferei Seifert). Deze miniatuur is handgemaakt in hun eigen pottenbakkerij! Dus serieproductie, geen massaproductie.

Fragment uit een markant tijdsdocument uit 1848 (afkomstig uit het Dritte Reich NSDAP Hauptarchiv) over het ontstaan van de Duitsche Bondsvlag (= bekende hedendaagse Duitse staatsvlag) en het Duitsche Bondswapen met de doppeladler (dubbele adelaar), beiden ook geldend voor Limburg!
Ook al is Oostenrijk de geestelijke vader van de Duitsche Bond (Congres van Wenen onder leiding van vorst Clemens Wenceslaus von Metternich) en lijkt het Oostenrijkse wapen verdacht veel op het Duitsche Bondswapen (Oostenrijkse wapen heeft nog borstschild en kroon), toch ligt de oorsprong elders.
Dr. Ghillany neemt de lezer(es) mee op een tijdreis vanaf het oude Egypte en de Romeinen tot aan 1848 en schetst de oorsprong van de adelaar als wapendier en hoe daaruit de dubbele adelaar is ontstaan (bijloops worden Nijmegen en Deventer, ooit Duitse steden, genoemd). De basis ligt in de reichsbanner (rijksbanier) van het Heilige Römische Reich deutscher Nation (Heilige Roomsche Rijk van de Duitsche natie) welke door toedoen van Napoleon Bonaparte in 1806 terziele ging. De dubbele adelaar verwijst naar het regnum (rijk) Heilige Roomsche Rijk en het imperium (wereldrijk) Keizerrijk Rome.
Burschenschaften (= studentenverenigingen) bestonden in Duitsland vanaf 1815 als reactie op de Napoleontische overheersing en kenmerkten zich door een degelijk Duits patriotisme dat verlangde naar de heropleving van het door Bonaparte teloorgegane Heilige Roomsche Rijk van de Duitsche natie (overigens geen eenheidsstaat). Geleidelijk aan werd de hang naar een eenheidsstaat Duitsland (ook het doel waarmee de Duitsche Bond in 1815 werd opgericht) steeds dominanter. Met de revolutie van 1848 leek deze droom verwezenlijkt te worden en het mag dan ook niet verbazen dat ex-Burschschafter als Heinrich von Gagern en Ernst Arnd Moritz, om slechts twee te noemen van de velen, door het volk (!) gekozen werden voor het Duitsche parlement tijdens de allereerste moderne verkiezingen. Dit Duitsche parlement was het allereerste parlement van Duitsland en Limburg maakte er deel van uit! Iets om apetrots op te zijn! Immers 1848 geldt in Duitsland als de Geburtsstunde der Demokratie, ook al werd de revolutie in 1849 ongedaan gemaakt en moesten de Duitsers drie dictaturen (Kaiserreich, Weimarer Republik en Dritte Reich) doorstaan om uiteindelijk na WO-II een demokratie te krijgen. De kleuren zwart, rood en goud stammen ook reeds (weliswaar niet in deze samenstelling) uit het voornoemde Heilige Roomsche Rijk, maar werden vooral door de Burschenschaften in ere gehouden en gezien het voorgaande is dan al gauw duidelijk dat de kleuren voor de nationale vlag vanzelfsprekend die van de door de Burschenschaften in ere gehouden kleuren zouden worden.
Deze Duitsche Bondsvlag (dus de huidige Duitse staatvlag zoals we die kennen) wapperde in 1848 ook in tal van Limburgse gemeenten na het bekend worden van het besluit van het Duitsche parlement van 19 juli 1848 dat Limburg een onafhankelijke Duitse staat is. Ze werden illegaal verwijderd door het 'Hollandse' leger, hetgeen in strijd was met de Bundesverfassung omdat het Nederlandse leger geen Duits gebied (wat Limburg aldus was!) mocht betreden, hetgeen Willem II verrekte goed wist (maar hij wist ook dat de Bond geen vuist meer kon maken na allerlei incidenten in dat jaar, zie mijn boek Geef Limburg terug! waarin deze episode in extenso aan de orde komt).
Frapant is dat in het markante boekwerkje hier ook de Belgische vlag met horizontale balken vermeld staat als kleurvergelijking met de Duitsche Bondsvlag. Her en der (internet, boeken etc.) wordt beweerd dat vanaf 1831 de huidige Belgische vlag met verticale balken gevoerd wordt, dit tijdsdocument laat echter het tegendeel zien! Let wel: Dr. Ghillany was een zeer nauwkeurig historicus die al zijn researchstappen minitieus toelicht met alle bedenkingen en overwegingen).
Een ander markant detail is dat Dr. Ghillany de vermaarde Carl Heideloff erbij betrok om een nieuwe Bondsvlag te ontwerpen als voorstel (!), zie afbeelding hier, aan het Duitsche parlement, die op de volgorde van de kleuren na gelijk zou zijn aan de definitieve Bondsvlag, wetende dat die uiteindelijke Bondsvlag nog helemaal niet bestond en door het parlement nog goedgekeurd moest worden. Het absolute optimum qua tijdsdocument is dan ook dat pas tijdens het drukken van dit boekwerk (dat eervol opgedragen is aan het eerste Duitsche parlement) de beslissing viel in het Duitsche parlement (op 31 juli 1848, per wet geconcretiseerd per 12 november 1848) en men alsnog de verkozen nationale Duitsche Bondsvlag kon toevoegen aan dit boekwerk. Zie afbeelding verderop.
Deze vlag alsmede het wapen golden ook voor Limburg! (dat terecht in diverse kranten uit die tijd als Duitsch Limburg werd aangeduid). Heel veel meer informatie over Limburg in de Duitsche tijd is in extenso te vinden in mijn boek 'Geef Limburg terug!'. Dr. Friedrich Wilhelm Ghillany was stadsbibliothecaris, theoloog en historicus. Carl Alexander Heideloff was een befaamde en aldus gevraagde architekt, monumentenbeheerder, kunsthistoricus, schilder en tekenaar.
Georg Christoph Ebner was de uitgever dit boekwerk.

Dit boekwerkje is te zien als een soort van gedenkschrift en het toont reeds in de aanhef hier het enorme patriotisme, het Duitse eenheidsgevoel, dat door de revolutie was aangewakkerd en vorm had gekregen in de door het volk gekozen Nationalversammlung.

Ander fragment (samengestelde afbeelding) uit voornoemd markant tijdsdocument is deze fraaie zin boven in de afbeelding, waarin de auteur uitleg geeft aan de volgende generaties hoe de Duitse vlag te interpreteren is. Eronder de reeds bij een voorgaande afbeelding uitgelegde situatie tijdens het drukken van het boekwerkje over de keuze van het Duitsche parlement (met Limburgse afvaardiging, in de praktijk vrijwel alleen baron Van Scherpenzeel-Heusch) voor de staatsvlag. [Over het verblijf van de baron in Frankfurt is informatie in extenso aanwezig in mijn boek Geef Limburg terug!. Nog nooit eerder werd hierover geschreven!]

Het Duitsche bondswapen zoals gekozen door het Duitsche parlement en hier afgebeeld in het uit 1848 stammende tijdsdocument.

Hedendaagse replica van de Kriegsflagge van de Duitsche Bond. In de praktijk voerde van alle wapens (infanterie, artillerie, cavalerie, genie en marine) alleen de (eerste Duitse) oorlogsmarine (überhaupt) deze vlag. De vredesvlag was de vlag zoals die tot op heden door Duitsland wordt gevoerd (zonder wapen linksboven).

Authentieke knopen (messing) van een mariniersuniform van de Kriegsmarine uit 1848 van de firma Overhoff & Cie uit Lüdenscheid (ten oosten van Düsseldorf, ten zuiden van Dortmund).

Hedendaagse tegel met het wapen van de Duitsche Bond.

Duitse speelfilm uit 1950 over reichsverweser erzherzog Johann von Österreich.


Ronduit apart Oostenrijks militair notitieboekje uit mijn collectie. Dit notitieboekje uit 1866 is van Eduard Purtscher, gezien de uitvoering en inhoud een staflid van de generale staf. De aantekeningen hebben onder andere betrekking op de marcheerplannen in mei 1866 voorafgaand aan de broederoorlog in juni/juli 1866 tussen de Duitsche Bond onder Oostenrijkse leiding en Pruisen, en de oorlog zelf in dagboekvorm, hier en daar zelfs met formatieschetsen van de legereenheden op het slachtveld. Het gaat hier om het 57ste regiment infanterie (Böhmisches Infanterie Regiment), IR57, onder bevel van regimentscommandant (oud-Oostenrijks: Commandauten) kolonel der generale staf Friedrich Hayek en majoor Karl von Winterhalder (1828-1889, latere generaal-majoor). In het boekje in de aantekeningen over de voorbereidingen (mobilisatie met de regimenten op oorlogssterkte (oud-Oostenrijks: Kriegsstand) komen we plaatsen tegen die tegenwoordig liggen in Roemenië, Tsjechië en Hongarije (toen allemaal Duitstalig). De eenheid lag onder andere in garnizoen in Hermannstadt (Sibiu, Roemenië) in Siebenbürgen (Transsylvanië), destijds deel van het koninkrijk-keizerrijk Oostenrijk-Hongarije. Ook Ofen (aan de Beierse grens, in de buurt van de rivier de Inn ten noorden van Salzburg). Daar hebben diverse aantekeningen betrekking op. De hoofdplaats (thuisbasis) was echter Königgrätz (waar de definitieve veldslag werd uitgevochten tussen Bundesheer/Oostenrijk en Pruisen/bondgenoten). Deze eenheid was op 29 juni gelegerd in Württemberg (D) en nam op 3 juli 1866 met drie bataljons (in het boekje uitgebreid schematisch vermeld, zie afbeelding voor een van de schema's) deel aan de beslissende Slag van Königgrätz (Tsjechië). Het financieel al jaren verzwakte Oostenrijk voerde een tweefrontenoorlog tegen Pruisen en Italië dat definitief probeerde los te komen van de Oostenrijkse heerschappij. Het is deze oorlog die uiteindelijk ertoe leidde dat Limburg via het illegale (!) Verdrag van Londen van 1867 (dat immers alleen maar kon plaatsvinden doordat Bismarck de Duitsche Bond had opgeheven (iets dat op grond van de Bundesverfassung niet eens kon, bevestigd door diverse Duitse staatsrechtsgeleerden, prof. dr. Kotulla voorop)) bij Nederland werd ingelijfd. Dat dit nota bene gebeurde bij een Verdrag dat niet eens over Limburg ging, maar louter over Luxemburg is des te opmerkelijker. Is dit wel conform internationaal recht?
Het boekje is bijzonder, niet alleen vanwege het ongewone schoonschrift in een militair document (behoudens de vlugschrift-aantekeningen tijdens de oorlog), maar meer nog vanwege de uitvoering van de kaften met gestikte gekleurde glazen kraaltjes in de vorm van speelkaarten en een oriëntaals tapijt en de 'gouden' kopse kanten van de bladzijden (hier niet te zien), zoals je die normaliter bij chique bijbels tegenkomt. In die tijd was het in het Duitstalige gebied gebruikelijk dat vrouwen in de bourgeoisie de vrije tijd doorbrachten met het stikken van kralen. Daarnaast waren er grote ateliers (zeg gerust fabrieken) waar, naast de standaardfabricage voor het buitenland (onder andere Nederland), men in opdracht voorwerpen kon laten voorzien van kralen of compleet in opdracht vervaardigd kon bestellen. Wellicht dat dit boekje op een van de laatstgenoemde twee manieren tot stand is gekomen. In een tijd dat zelfs de officieren niet meer zelf hun uniformen hoefden te bekostigen (het volkse leger) is dit wel bijzonder.
In het boekje staat ridder Adolf van Kriegs-Au vermeld, de oprichter van de Kirchenmusikverein in 1860 in Pressburg (hedendaagse hoofdstad van Slowakije, Bratislava) en Sektionschef im königlich-kaiserliches Staatsministerium (dit was een ministerie in Wenen van 1860-1867 dat binnenland, handel en onderwijs omvatte. Ridder Anton von Schmerling (de voormalige Minister van Buitenlandse Zaken van de Duitsche Bond was 1860-1865 staatschef van het ministerie). Op het eerste blad staat de Poolse stad Szczecinek geschreven. Opvallend genoeg was dit een Pruisische stad! Het notitieboekje geeft een goed overzicht van de voorbereidingen op de oorlog in mei 1866, de eigenlijke oorlog in juni/juli 1866 tot en met een agendapunt van 20 juli in Praag (niet vermeld is wat de gebeurtenis was).
Niet alle details staan volledig in het boekje vermeld, met aardig wat research heb ik ze echter compleet kunnen maken.


Recueil Militair, officieel door de staat (in exclusieve opdracht aan de gebroeders Van Cleeff) uitgegeven handboek voor de officieren met de Koninklijke Besluiten betreffende het leger. Dit is een bijzondere passage in de uitgave van 1865. Hier doet Minister van Oorlog luitenant-generaal Johan Wilhelm Blanken (1806-1880) een oproep voor pensioen voor de strijders van de Napoleontische oorlog 1813-1815 en noemt in zijn verzoek van 2 mei 1865 het hertogdom Limburg apart van de overige provincies! Andermaal een bewijs dat Limburg Duits was en geen Nederlandse provincie (mocht alleen door het Nederlandse staatshoofd (hier Willem III) worden geregeerd volgens de Duitse wetten en Bundesverfassung)! Deze staatsman, alle staatsrechtelijke juristen en de koning wisten het! Diegenen die de Bundesverfassung kennen hebben dit bewijs niet eens nodig.

Vrij uniek paspoort uit 1858 van de Duitse soldaat Friedrich Gustav Hoppe in Nederlandse dienst (destijds de normaalste zaak van de wereld). Willem II wilde het Nederlandse volk doen geloven dat Limburgers Nederlanders en Duitsers waren. Een dubbele nationaliteit bstond destijds nog niet. Plus, een paspoort was louter een reisdocument, geen nationaal identificatiebewijs zoals tegenwoordig. Limburgers waren Duitsers en GEEN Nederlanders, hetgeen op grond van de Grondwet, Bundesverfassung en het Verdrag van Londen van 1839 (Art. V, toetreding tot Duitsche Bond) niet eens mogelijk is. Ook heden kunnen Limburgers geen Nederlanders zijn, omdat het Verdrag van Londen van 1867 illegaal is, daar het louter kon ontstaan doordat Bismarck de Duitsche Bond heeft opgeheven (de facto) hetgeen de jure niet mogelijk is (een eeuwig durende bond, waaruit geen enkele lidstaat, dus ook Limburg niet kan uittreden). In mijn boek Geef Limburg terug! komt dit in extenso aan de orde en ook nog eens in mijn andere boek Militaria Limburgensia: het Limburgsche Bondscontingent 1842-(1867). Het hedendaagse NLse paspoort doet daar niets aan af! Even tot u door laten dringen!
Het paspoort is gesigneerd door J.H. König, Johann Heinrich König (30-9-1793 te Glarus (ZWI), 21-3-1873 te Zürich (ZWI)), die zelf zich als Duitser zijnde in 1852 liet naturaliseren, zie afbeelding hierna.

Nederlandsche Staatscourant van 2 april 1852.
Ik heb niet kunnen achterhalen of er familiaire banden bestaan tussen de ritmeester van het Limburgsche Bondscontigent Anthonius Adrianus König en Johann Heinrich König.

Een uiterst zeldzame envelope gericht aan huize van de separatistenbaron Jan Lodewijk (1799-1872), Kasteel Berckt. De enevelope is gericht aan zijn dochter Louisa Leopoldina Maria Charlotte barones van Scherpenzeel Heusch (1836-1920), de laatste telg van deze tak van de familie Van Scherpenzeel Heusch. Op de enevelope staat 'Mademoiselle La baronne L. de Scherpenzeel-Heusch au chateau Berckt pres Venlo'. Opvallend de V. van Venlo dat ontzettend veel lijkt op de 'd' in het toenmalige Duitse Kurrentschrift. Niettemin het handschrift doet vermoeden dat de afzender uit het franstalige of nederlandstalige gebied komt. Vermoedelijk is de brief zelfs afkomstig van haar latere echtgenoot (in 1863), de in Gent wonende Stephan Marie Justin Florimond Sanche graaf d’Alcantara. Gestempeld op 27-9-1861 in Roermond en 28-9-1861 in Venlo.

Bijzondere envelope uit Heerlen: gericht aan verzetstrijder notaris Guillon. De notaris-gebroeders Guillon uit Roermond waren liberalen en fel tegen het bewind van Willem II (ten tijde van het separatisme). Ze waren echter geen medestrijders uit het kamp van de separatisten, omdat zij tot een ander kamp behoorden, de liberalen, die weliswaar tegen Willem II waren maar geen separatie nastreefden. Gestempeld op 20-10-1861 in Heerlen en op 21-10-1861 in Roermonde (let even op het verschil met de rondstempel op voorgaande brief aan Van Scherpenzeel-Heusch: op deze brief aan Guillon staat Roermonde en op die andere brief Roermond, ofschoon uit hetzelfde jaar. Wellicht verschillende stempels voor post uit het buitenland en binnenland of heeft in dat jaar een naamsverandering plaatsgevonden?).

Vrij uniek: een broodbon voor/per 1 peloton vrijwilligers-strijders ten tijde van de revolutie in 1830 voor vrijwilligers van het bataljon der jagers-verkenners, gelegerd in Brussel. Uitgegeven door de bivakkeringsdienst.

Keerzijde van de broodbon met stempel uit 1830. (Scan afgekapt door scanner).

Markant reisboek uit 1837 van William Henry Bartlett (1809-1854), verantwoordelijke voor de gravures en Nicolaas Godfried van Kampen (1776-1839) die de historische en geografische inhoud verzorgde. Dit boek dat uit de Belgische periode van Limburg stamt is in drie talen verschenen: Engels (oorspronkelijk), Nederlands en Frans. Dit is de Franse uitvoering. Helaas staan er geen gravures van Limburg in en is tevens de beschrijving van Limburg vrij summier (speculatief: misschien als 'straf' voor het zich losmaken door de Limburgers van 'Holland' in een tijd dat de woede op de Limburgers uit het donkere zuiden nog erg groot was getuige de Hollandse haatboeken uit die tijd, of het lag te gevoelig daar men van Hollandse zijde Limburg niet zag als Belgisch gebied wat het wel degelijk was): twee bladzijden, waarin de revolutie van 1830 centraal staat. De kopse kant is voorzien van een laagje bladgoud. Van de 61 prachtige gravures zijn er twee hier afgebeeld.

Zicht op Luik, een stad waarmee hoogopgeleide Limburgers (en niet alleen uit Maastricht) een goede band hadden en onderhielden.

De rotsen aan de Maas ter hoogte van Luik.

Een landkaart uit het boek van 1837 met Limburg als deel van België. De kaart bevindt zich voorin het reisboek [normaliter zijn dit soort kaarten bijlages en bevinden zich achterin een boek] en is erin vastgelijmd. De kaart heeft men in deze Franstalige versie niet uit het Engels vertaald.
|