PRENTEN (LITHOS) LIMBURGSCH BONDSCONTINGENT.
Voor meer authentieke afbeeldingen betreffende het Limburgsche Bondscontingent, zie mijn boek Militaria-Limburgensia: Het Limburgsche Bondscontingent 1842-(1867).
Verschil in weergavekwaliteit (zwart-wit versus kleur bij de regeringsbesluiten, zie verderop op deze site, zijn veroorzaakt door de automatische stand van de scanner die bij te weinig kleur automatisch zwart-wit scant. In de latere scans heb ik de automatische stand die ik voor verreweg het meeste op deze websites hier heb gehanteerd veranderd in de fotostand.

DE map überhaupt met tekeningen van legereenheden van het 'Hollandse' leger. De heren kapitein Staring, generaal titulair Ten Raa en befaamde militaria-schilder Hoynck van Papendrecht zijn de enige Hollanders in mijn boek die enige aandacht krijgen (en verdienen) met volledige namen, foto's en beknopte bio. Zij hebben (net als Knötel in Duitsland) een wezenlijke bijdrage geleverd aan de vastlegging van de uniformering en bewapening van de Europese legers (niet alleen van Nederland resp. Duitsland dus) in een tijd dat fotografie nog niet bestond (pas vanaf pakweg 1850). Majoor De Veer staat hier alleen vermeld als informatieverschaffer betreffende het Oost-Indisch leger. Omdat het Limburgs leger gerecruteerd werd uit het 'Hollandse' leger en Nederland van mening was dat Limburg een provincie was, staat het Limb. Bondscontingent ten onrechte onder de noemer Nederlands leger. Willem I en NIET Nederland had militaire en financiële verplichtingen aan de Duitsche Bond. Dat hij daarvoor een beroep deed op zijn 'Hollands' leger en de Nederlandse regering is een praktisch issue, juridisch bleef uitsluitend Willem I verantwoordelijk en aldus is het Limburgs Bondscontingent, zeker met inachtname van hetgeen in de Kriegsverfassung staat uitsluitend een Bondsleger en geen onderdeel van het 'Hollandse' leger! Niet voor niets moesten de officieren bedoeld voor het Bondsleger uit het Nederlandse ('Hollandse') leger worden ontslagen om als officieren dienst te kunnen doen in het bondsleger! In mijn boeken Geef Limburg terug! en Militaria-Limburgensia: het Limburgsche Bondscontingent 1842-(1867) ga ik in extenso in op het Limburgs Bondscontingent en komt voorgaande uitgebreid aan de orde. Hier beneden staan nu diverse geschilderde tekeningen afkomstig uit de originele twee mappen van voornoemde heren. De afbeeldingen zijn in werkelijkheid pakweg 35 x 50 cm groot! Ik heb het geluk gehad dat ik een incompleet exemplaar heb kunnen bemachtigen voor een ronduit acceptabele prijs, want complete mappen zijn pittig geprijsd! In mijn boeken Geef Limburg terug! en Militaria-Limburgensia: het Limburgsche Bondscontingent 1842-(1867) staan ook nog enkele tekeningen die hier niet vermeld zijn.

Dit is het kleinere broertje van de map die hierboven is afgebeeld. De lithografieplaten in deze map hadden een afmeting van pakweg 20 x 40 cm. In mijn collectie bezit ik alle platen van het Limburgsch Bondscontingent van beide afmetingen.

De Limburgse Jagers [te Voet] (niet te verwisselen met de hedendaagse gelijknamige eenheid die totaal niets (noch historisch noch anderszins) van doen heeft met deze hier van het Limb. Bondscontingent). Overigens klopt ook het op de wet gebaseerde jaartal niet, in de praktijk was het anders (zie daarvoor mijn boeken Geef Limburg terug! en Militaria-Limburgensia: het Limburgsche Bondscontingent 1842-(1867)).
Regiment lanciers en Jagers te Paard. In mijn boeken Geef Limburg terug! en Militaria-Limburgensia: het Limburgsche Bondscontingent 1842-(1867) worden de verschillende onderdelen (lanciers, jagers, dragonders etc.) uitgelegd.

Bijzonderheid. 'Voor den Dienst der Armee' delen I en II van de vermaarde Gebroeders Van Cleef vormen HET standaardwerk der Nederlandse krijgsmacht uit de 19de eeuw. Dat de Hollandse uitgever van de hele vermaarde collectie Hoynck van Papendrecht/Staring/De Veer/Ten Raa-chromolithografische aquarellplaten uit 1900, zoals hiervoor afgebeeld, uitgerekend als enige plaat die van het Limburgsch Bondscontingent heeft genomen, is op zijn zachtst gezegd frapant te noemen!

Fragment (zoals alles op deze websites hier uit eigen collectie) uit het besluit van 1841: Besluit tot het opheffen van de exceptionele toestand (voortvloeiend uit de herinlijving door de grootmachten van oostelijk Limburg bij Nederland) van oostelijk Limburg. Echter, dit verhaaltje dat alleen geldigheid heeft richting België, geldt geenszins t.a.v. de Duitsche Bond waartoe oostelijk Limburg inmiddels behoorde!
Overigens zijn Willem I (gedeeltelijk), Willem II en Willem III (gedeeltelijk) geen koning van Limburg geweest, doch hertog! Een staatsrechtelijk wezenlijk verschil. Willem II wilde Nederland nog wijs maken dat het slechts om een ceremoniële titel en een losse binding tussen Limburg en de Duitsche Bond zou gaan. Wie zich echter staatsrechtelijk verdiept in zowel de Nederlandse grondwet en de Bundesverfassung snapt waarom de Duitsche Bond Willem II op niet mis te verstane wijze duidelijk maakte, dat hier geen sprake kon zijn van een ceremoniële titel en een losse binding tussen Limburg en de Duitsche Bond (zie de protocollen van het Duitsche parlement dienaangaande, zoals afgebeeld in mijn boek Geef Limburg terug!). Willem II wist dit heel goed, doch weigerde te accepteren dat Limburg puur Duits gebied was en hield (net als ook dictators plegen te doen) het eigen volk via de kranten en regering voor dat Limburg een Nederlandse provincie zou zijn. Doch art. 5 van de XXIV Artikelen is alleszeggend en sluit de staatkundigheidsbepaling (Limburg als provincie of groothertogdom regeren) in art. 4 uit! Immers door toetreding van Willem I (en daaropvolgend voortzettend Willem II en Willem III) tot de Duitsche Bond, is de staatsrechtelijke situatie die dat de Bundesverfassung in haar volledigheid (!) boven de Nederlandse Grondwet staat inzake Limburg (zie mijn boek Geef Limburg terug! en Militaria-Limburgensia: het Limburgsche Bondscontingent 1842-(1867) voor een populaire uiteenzetting dienaangaande in extenso).

Fragment van het besluit uit 1842 betreffende de opbouw van de Genie van het Limburgsch Bondscontingent.

Fragment uit het besluit van 1855: indicatie van de opbouw en grootte de dragonders van het Limburgsch Bondscontingent. Opvallend is inderdaad de opmerking dat ze deel uitmaakten van de cavalerie, ofschoon het hier gaat om rijdende infanterie.

Fragment uit een besluit van 1860 aangaande de opbouw van het leger in Limburg met dien verstande dat Limburg hier (vergelijkbaar met de Belgische periode) NIET geheel Limburg was, doch slechts de niet tot de Bond behorende vestingen Maastricht en Venlo, de rest van Limburg was immers PUUR Duits gebied (laat u niet misleiden door de officiële cq. reguliere geschiedenisboeken: daar waar belang is, en dat geldt zeker voor de overheid die bepaalt wat zij vindt dat wij moeten weten van de historie (dat is in elk land zo), is de waarheid ver te zoeken: zwarte bladzijden worden waar mogelijk weggelaten of gebagatelliseerd of er wordt gewoon een chauvinistische draai gegeven aan de historie, nog te zwijgen van erin geslopen onvolkomenheden door de eeuwen heen van onjuiste overlevering en de gekleurde visie plus afhankelijkheid van historici).

Een boekje uit 1849 met een kopiedruk van de handgeschreven uitvoeringen van een lid van de generale staf over de strategische plaatsen die voor Pruisen van belang zijn. Op de afbeelding is het prinselijke stempel F.C te zien. Dit boek (waarvan overigens geen tweede deel bestaat) is afkomstig uit de bibliotheek van generaalveldmaarschalk Prins Friedrich Karl von Preussen (1828-1885), kleinzoon van de Pruisische koning Wilhelm III (1770-1840) en een volle neef van Pruisische keizer Wilhelm I (1797-1888). In dit boek komt ook oostelijk Limburg aan de orde. Zie beneden.

Limburg als Duitse bondsstaat los vermeld van Nederland (op pagina 129, zie afbeelding beneden, blijkt uiteraard dat het ons Limburg is).

Men refereert hier aan boeken van vooraf aan 1830 over de strategische vestingen in Limburg (Maastricht en Venlo, beiden niet tot de Duitse Bond behorend, de rest van Limburg wel, echter het Limburgsche Bondscontingent lag als Duitse eenheid noodgedwongen wel in garnizoen in beide vestingen, dit wordt in meer detail uitgelegd in mijn boek Militaria-Limburgensia: Het Limburgsche Bondscontingent 1842-(1867)).
|