de droom van een onafhankelijk limburG
 

WELKOM

IN HET BRONSGROEN EIKENHOUT:

LIMBURG

 

MILITAIRE VISITEKAARTJES.

 

De visitekaartjes worden ook wel porseleinkaartjes genoemd, vanwege het geporseleind karton. Ze werden in de periode van pakweg 1825 tot 1875 op de markt gebracht. Er waren eenvoudigere exemplaren zoals op deze website, maar ook ware gekleurde kunstwerken. Ze zijn er in alle soorten en kleine maten, zowel burgerlijk als militair. Juristen, medici, diplomaten, kunstenaars (vooral koninklijke graveurs), hoofdoffcieren (kapitein/ritmeester, majoor, luitenant kolonel en kolonel, in volgorde van ranghoogte), opperofficieren (brigadegeneraal [destijds een functionele aanduiding, geen rang], generaal-majoor, luitenant-generaal, generaal: in volgorde van ranghoogte), garde civiques, handelaars, vervoerders, fabrikanten, burgemeesters en andere hoog aangeziene personen in die tijd schmuckten zich met deze geporseleinde kaartjes en vergrootten hun netwerk ermee (de kaartjes waren toen al begeerd om te verzamelen).

 

Een zeer interessant porseleinkaartje van de brigadegeneraal, luitenant-generaal Lambert Nypels uit Maastricht. Brigadegeneraal was een functionele aanduiding en brigades waren in het in wording zijnde Belgische leger anno 1831 de grootste eenheden. In 1830 reeds was Nypels de opperbevelhebber van de zuidelijke 'Belgische' vrijcorpsen. Zie voor meer informatie over Nypels in het boekwerk Geef Limburg terug!

 

 

Alexis Adolphe Capiaumont (Brugge, 14 december 1798 - Elsene, 15 maart 1879)
In november 1830 stapte hij over van het hollandse leger naar het Belgisch leger, zoals vele zuiderlingen.
In december 1830 werd hij majoor en bevelvoerder van de Belgische militairen in Limburg (vereend Limburg).
Op 27 december 1830 werd hij bevelhebber in vereend Limburg en bleef dat tot en met 1833.
Ten tijde van de Belgische periode van oostelijk Limburg was zijn hoogste rang: luitenant-kolonel. Uiteindelijk zou hij de rang van generaal-majoor bereiken.
Meer over rangen en oorlogsvoering in de 19de eeuw in het hoofdstuk over de Belgische Opstand in het boekwerk Geef Limburg terug!

Op het kaartje staat Comandant le Corps des Partisans (Commandant het korps partisanen) en officier d'ordonnance du roi (ordonnans van de koning, een ordonnans was een officier verbonden aan de opperbevelhebber en voor de uitvoering van zijn taken afhankelijk van de dienstdoende adjudant). Partisanen is een overkoepelende term voor verzetstrijders.

 

 

 

De functie van een militair attaché in de negentiende eeuw in België was om als een officiële vertegenwoordiger van het Belgische leger te dienen bij buitenlandse legers en regeringen. De militair attaché was verantwoordelijk voor het verzamelen van militaire informatie, het onderhouden van contacten met buitenlandse militaire autoriteiten en het rapporteren aan de Belgische regering over ontwikkelingen in buitenlandse legers en defensiebeleid. Daarnaast speelde de militair attaché een rol bij het bevorderen van militaire samenwerking en het versterken van diplomatieke banden tussen België en andere landen. De attaché Waldkirch was echter in 'hollandse' dienst en was attaché voor Nederland in België.
Jan Carel de Waldkirch, geboren 1770 in Grave (Noord-Brabant), overleden 1841 in Den Haag.

 


 

 

 

 


©2012-heden, Henri Smeets