ANTWOORDEN TWEEDE LIMBURG-QUIZ.
(accentjes op de klinkers zijn weggelaten om verkeerde weergave op het scherm te voorkomen, zoals wanneer ik ze had gebruikt in de quizsoftware (zoals te zien in de eerste quiz waar ik het per ongeluk wel heb gedaan: Bülow dat er op het scherm anders uitziet [als abracadabra], omdat de fonts (tekenset) niet matchen)
Vraag 1:
Antwoord: C, bij de andere antwoorden zijn stiekem wat Hollandse soldaten er tussen gefoeteld (Brade, Vaillant, Hule, Houtuyn, Pelerin, Everts)
Vraag 2:
Antwoord: B, de rest is gewoon quatsch.
Vraag 3:
Antwoord: D, de rest is verzonnen.
Vraag 4:
Antwoord: A, de heren Leclercq, Bontamps, Swart en Geradts zouden zich in het graf omdraaien als ze wisten dat ik ze als mogelijke separatist had neergezet. De overige heerschappen zijn allen separatisten. Franz Corneli is de enige [voor zover bekend] die in 1830, 1844 en 1848 erbij was!
Vraag 5:
Antwoord: B, Marine heeft het Limburgsch Bondscontingent nooit gehad en Cavalerie (Lanciers) maar korte tijd (kostenkwestie).
Vraag 6:
Antwoord: C, dit was vastgelegd in het Verpflegungsreglement [spreekt uit: ver-pfle-koengs-regle-moh (korte o als in kop)] (= Bevoorradingsregelement, dat alles omvatte qua inkwartieren (= zich ergens neerlaten, tijdelijk huisvesten [niet noodzakelijkerwijs bij burgers, ook als we het hebben over 19de eeuw], logistiek (transport), bevoorrading (munitie, kleding, uitrusting), ordening van het leger en verplichtingen van de contingenten [op zichzelf en ten opzichte van elkaar] in vredestijd als staand leger en in oorlogstijd [denk aan oorlogsbuit e.d.]).
Vraag 7:
Antwoord: D, deze drie punten in deze quizvraag worden regelmatig door elkaar gehaald, daarom dat bewust deze vraag hier in deze quiz is opgenomen.
De Luxemburgse = Limburgse Kwestie speelde alleen in 1839, omdat Limburg diende als compensatie voor het door de Duitsche Bond verloren gegane West-Luxemburg aan België in 1830. Limburg werd dus, zoals van Scherpenzeel-Heusch terecht opmerkte niet aan Willem I (laat staan Nederland) gegeven, maar aan de Duitsche Bond! Dit werd bevestigd door het Duitse parlement op 19 juli 1848.
In 1867 speelde dit niet, omdat het toen puur om Luxemburg ging (in notendopje: koning Napoleon III van Frankrijk wilde het overkopen van koning Willem III, maar rijkskanselier Bismarckvan Pruisen lag dwars, want Luxemburg-Stad was een voorpost van de Pruisische verdedigingslinie).
De Tiendaagse Veldtocht. Voor het ontzet van Antwerpen in 1832 stuurde Frankrijk 70.000 troepen die in een maand tijd (dat is megasnel bij de aanval op een vesting in de toenmalige oorlogsvoering) het zaakje zouden klaren.
Bondsverkiezingen vonden plaats in twee districten: Valkenburg en Roermond (Maastricht en Venlo waren immers geen lid van de Duitsche Bond, dus was Valkenburg voor het zuiden en Roermond voor het midden/noorden gekozen).
De illegale Tweede Kamerverkiezingen (illegaliteit Tweede Kamerverkiezingen in Limburg bevestigd op 24 november 1848 door het Duitse parlement) vonden plaats in de districten Maastricht, Heerlen, Sittard, Roermond en Venlo.
Van Scherpenzeel Heusch won tijdens de Bondsverkiezingen beide districten en omdat hij slechts voor 1 district kon uitkomen koos hij voor Roermond, zodat voor Valkenburg een herverkiezing plaats vond en Alexander Schoenmaeckers, burgemeester van Amby, als vervanger opleverde.
Van Scherpenzeel Heusch won tijdens de illegale Tweede Kamerverkiezingen in de districten Heerlen en Sittard en koos voor Sittard (in Heerlen werd zijn plaats ingenomen door separatist-collega De Villers de Pite), in Venlo verloor hij van Bontamps, in Roermond van LeClerq en in Maastricht van Borret (alle drie anti-seperatisme).
(deze uitslag is ook wel logisch, want juist in die drie toonaangevende plaatsen in die tijd, de Maassteden (ook al ligt Roermond niet direct aan de Maas), woonden veel Hollanders en Duitsers die vanwege de handel er belang bij hadden dat Limburg niet zou afsplitsen (wat feitelijk op grond van het Verdrag van Londen in 1839 reeds voltrokken was, echter de propaganda in het Nederlandse maakte dat dit gegeven voornamelijk alleen bij hen bekend bleek te zijn die om juridische of diplomatieke reden van doen hadden met de staatkundigheid van Limburg. Ook de aanduiding 'Duits Limburg' (per abuis, want politiek niet gewenst?) in enkele kranten, toen het over de Limburgse kwestie ging, duidt erop dat het ook onder de redactionelen bekend was!
Vraag 8:
Antwoord: B, Limburgse Stormtroep is een verzinsel en Limburgs Bevrijdingsfront heeft weliswaar bestaan (of bestaat nog?) als geheim genootschap van Dr. Gabriëls, echter had (heeft) niets van doen Geert Wilders' PVV.
Vraag 9:
Antwoord: B, alleen voor de Bondsverkiezingen moest men uitwijken naar Valkenburg a/d Geul (omdat Maastricht immers geen lid van de Duitse Bond was, samen met Venlo [en dat verklaart wederom de keus van Roermond]).
Vraag 10:
Antwoord: A, C, de andere twee antwoorden zijn zelf bedacht en zijn destijds nooit aan de orde geweest.
Vraag 11:
Antwoord: D, de andere personages existeerden ook in die tijd, echter niet in de gedaanten waarin ze hier geplaatst zijn.
Vraag 12:
Antwoord: C, LeClercq, gebroeders Guillon, Borret, Thissen en Bontamps zouden, als ze nu nog leefden, over de pot hangen bij de gedachte dat ze tot de separatisten gerekend werden. Gebroeders Guillon ('pragmatische liberalen') zijn overigens wel interessant, in die zin dat ze ook anti-Hollands waren, alleen streefden zij geen separatisme na.
Vraag 13:
Antwoord: C, Neutraal-Moresnet (even voor de jonkies) was een kunstmatige constructie gedurende 1816-1919 ten zuiden van Limburg, en toen zorgend voor een vierlandenpunt in Vaals, die bestuurd werd vanuit Nederland (tot 1830), België en Pruisen (cq. Deutsches Reich vanaf 1871). Het ging (weer eens een keertje, als zo vaak in de historie) om bodemschatten (nee, geen goud, maar zinkpoeder!).
Vraag 14:
Antwoord: A, de andere heerschappen verkozen de strijd achter het bureau in plaats van te velde (het heeft ze in ieder geval een langer leven opgeleverd).
Vraag 15:
Antwoord: C, Limburgse premier Charles Ruijs de Beerenbrouck liet de aanduiding in 1904 achterwege in zijn ambtelijke correspondentie, dit werd publiek gemaakt en Hendrik van Seydlitz nam deze geste over en legde het in datzelfde jaar voor aan het Limburgs Parlement. Na twee jaar gestechel en staatsrechtelijk consult bij prof. dr. Oppenheim en prof. dr. De Louter (waaruit bleek dat het Limburgs Parlement er zelf over mocht beslissen) werd in 1906 het voorstel voor afschaffing aangenomen.
Vraag 16:
Antwoord: C, de overige heren zijn wel separatisten maar geen oprichters.
Vraag 17:
Antwoord: B, de andere krantjes waren eerder. Het Administratief Memoriaal voor de Duitsche Bondszaken werd uitgegeven in verband met de Bondsverkiezingen.
Vraag 18:
Antwoord: A, de andere heren waren ook strijders tegen de Hollanders, met uitzondering van Nicolas Daine. Deze laatste was als generaal-majoor commandant in Limburg en spande juist een rechtzaak aan tegen de krant vanwege belediging van zijn soldaten (in 1830 zou hij als luitenant-generaal der Belgische/Luxemburgse/Limburgse vrijcorpsen aan de zijde van deze heren strijden tegen 'Holland' (Noordelijke Nederlanden zonder Limburg)). Zo kan het verkeren.
Vraag 19:
Antwoord: A, in 1828 door generaal-majoor Nicolas Daine vanwege belediging van zijn soldaten en in 1844 door Limburgse gouverneur Johann Gericke van Herwijnen voor belediging van zijn persoon.
Vraag 20:
Antwoord: C, Anton von Schmerling was in 1848 de Oostenrijkse Minister van Binnenlandse Zaken en Buitenlandse Zaken van de Duitsche Bond en in die hoedanigheid een belangrijke speler in de Limburgse kwestie. Charles-Ghislain XIIII uit Leut, tussen Maasmechelen en Stein, maakte deel uit van de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers als griffier en later van de Belgische Senaat als vice-voorzitter.
Vraag 21:
Antwoord: A, Anne-Francois Mellinet was een Franse generaal-majoor van het Belgische/Luxemburgse/Limburgse vrijcorpsenleger onder luitenant-generaal Nicolas Daine (een Waal). Hij was samen met Daine met het vrijcorpsenleger door Limburg getrokken. Cort Heyligers was generaal in het 'Hollandse' leger en Herman Kessels was eveneens generaal-majoor van het vrijcorpsenleger, maar viel vooral op door de aankoop van een aangespoelde walvis met wiens geraamte hij door Europa tourde eind 1820er jaren.
Vraag 22:
Antwoord: B, de andere heren waren niet allemaal lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
|