Waarom is de Belgische Omwenteling (revolutie) zo belangrijk voor Limburg?

Limburg bleef neutraal
Limburg vocht aan Nederlandse zijde tegen de Belgen
Limburg verkreeg de status van Hertogdom (met als staatshoofd HERTOG Leopold I, die tevens KONING der Belgen was)
Limburg koos de kant van de Belgen en splitste zich af (Limburgers hebben een belangrijke rol gespeeld in het ontstaan van de nieuwe natie Belgie)

Waarom was de Tiendaagse Veldtocht van augustus 1831 een vloek voor de 'Hollanders' (noord Nederlanders, het huidige Nederland exclusief Limburg) en een zegen voor de Limburgers?

de 'Hollanders' (noord Nederlanders) werden verjaagd door de Fransen, na hevige gevechten bij Luik, nadat eerder nog een heldenrol toebedeeld werd aan Jan van Speijk en fuselier Clausse van de Zwitserse huursoldaten voor hun heldhaftige daad en een tijdelijjk succesje voor de 'Hollanders' bij Huy waar op de Maas een kanoneerboot van de Fransen werd getorpedeerd.
de Britten en Pruisen dwongen Nederland te stoppen met de Tiendaagse Veldtocht, nadat de Belgische koning Leopold I hierom had gevraagd en tijdens een overleg tussen de plenipotentiairs (afgezanten die de koningen vertegenwoordigen) van Groot-Britannie en Pruisen in Londen besloten werd om anders (als Nederland geen gevolg gaf aan het bevel van de Britten en Pruisen) militair in te grijpen
de Blitzkrieg-tactiek van de 'Hollanders' bleef steken op de onverwachte weerstand van het in opbouw zijnde Belgische leger plus de 'Hollanders' wisten niet verder te komen dan Vlaanderen plus het Franse leger trok over de Belgische grens, dit alles maakte dat het doel van heel Belgie teruginlijven bij Nederland mislukte.
de Belgen hebben de 'Hollanders' in een twee dagen durende strijd verslagen in de slag om Hasselt en opperbevelhebber van het in opbouw zijnde Belgische leger Leopold I, die toen al gekozen was als toekomstig staatshoofd van een soevereine staat Belgie, werd gekroond tot koning der Belgen

a. In 1839 werd Limburg op grond van Art. V (zie originele Franse tekst van het Verdrag) van het Verdrag van Londen lid van de Duitsche Bond, welke beweringen zijn JUIST?

omdat Limburg een provincie was nam Nederland de staatsfunctie van Limburg over en werd daarmee in de praktijk in plaats van Limburg lid van de Duitsche Bond
Limburg moest een legereneenheid afstaan aan het Duitse leger (Bundesheer)
op 19 juli 1848 en 24 november 1848 werd door het Duitse parlament de soevereiniteit van Limburg bevestigd
Limburg werd als Hertogdom een soevereine staat van de Duitsche Bond met het staatshoofd der Nederlanden als hertog (Nederland stond hier staatsrechtelijk volledig buiten)

b. In 1839 werd Limburg op grond van Art. VI van het Verdrag van Londen lid van de Duitsche Bond, welke beweringen zijn ONJUIST?

Limburgse afgevaardigen in de Tweede Kamer mochten niet deelnemen aan de grondwetwijziging van 1840, omdat ze geen Nederlanders waren. Van de andere kant waren ze wel afgevaardigden in de Tweede Kamer van Nederland, dat geen deel was van de Duitsche Bond. Deze misstand werd bewust door Willem II (en daarmee ook de regering) instand gehouden om aanspraak te kunnen maken op Limburg als Nederlandse provincie. Deze aanspraak wordt echter tegengesproken door art. V van het Verdrag van Londen van 1839 (zie originele Franse tekst), de Weense Slotakte van 1820 en de uitspraken met terugwerkende kracht van 27 jjuni 1848 door het Duitsche Parlament in Frankfurt am Main.
Limburg had eigen vertegenwoordigers in het Duitse parlament (o.a. Von Scherff en tijdelijk ook Van Scherpenzeel-Heusch & Schoenmaeckers)
Limburg was acht jaar lid van de Duitsche Bond
Limburg wordt vermeld in het eerse couplet van het Duitse volkslied, de Limburgse afgevaardigde baron Van Scherpenzeel-Heusch heeft 1848/1849 meegestemd over de Duitse vlag, de Duitse grondwet en de verkiezing van koning der Pruisen Wilhelm IV tot keizer van de Duitsche Bond

c. In 1839 werd Limburg op grond van Art. V van het Verdrag van Londen lid van de Duitsche Bond, welke beweringen zijn JUIST?

Limburg moest zelf de contributie aan de Duitsche Bond voldoen
de Tweede Kamerverkiezingen in Limburg waren illegaal, omdat alleen Bondsverkiezingen in het Duitse Limburg mochten plaatsvinden, het Duitse parlament heeft Willem II daarvoor op de vingers getikt op 24 november 1848
de Limburgse separatisten wonnen in Limburg beide verkiezingen, zowel de legale Bondsverkiezing als de illegale Tweede Kamer-verkiezing
omdat op 19 juli 1848 de soevereiniteit van Limburg bevestigd was, hingen de Limburgers massaal de Duitse vlag uit en die werden later weer door het Nederlandse leger (ten onrechte) verwijderd

Wie regeerden in 1814, 1830/1831 en 1848/1849 tijdelijk Limburg naast het staatshoofd der Nederlanden?

Vorst Willem I (latere Koning Willem I) en koning Willem II
plenipotentiairs van de grootmachten Groot-Britannie (Lord Palmerston alias Henry John Temple), Frankrijk (Horace Francois Bastien Sebastiani de La Porta), Rusland (Carlo Andrea Graf Pozzo di Borgo), Pruisen (baron Heinrich von Bülow) en Oostenrijk (graaf Ludwig Senfft von Pilsach)
gouverneur-generaal Sack in 1814, regent Surlet de Chokier in 1830/1831 (naast koning Leopold I van Belgie) en rijksvoogd aartshertog Johan van Oostenrijk in 1848/1849 (naast HERTOG Willem II en KONING der Nederlanden)
alle voorgaande antwoorden zijn fout, want er zijn nooit tijdelijke regenten geweest

Waarom is het Verdrag van Londen van 1867 wederrechtelijk en kan Limburg op grond daarvan geen deel van Nederland uitmaken?

omdat Bismarck in 1866 Oostenrijk (ivm Kriegsverfassung, ten onrechte) dwong de Duitsche Bond te verlaten werd daarmee die Bond opgeheven, echter dat is in strijd met de Weense Slotakte (art. V) en omdat het Verdrag van Londen van 1867 een gevolg is van het willen afkopen van Luxemburg van Willem III door Napoleon III van Frankrijk (dat nu kon omdat Luxemburg praktisch gezien geen lid meer van de Duitse Bond was), is het Verdrag van Londen van 1867 wederrechtelijk
dit klopt niet, want Limburg was op grond van het Verdrag van Londen 1839 al een provincie van Nederland
omdat Limburg een hertogdom was en als zodanig soeverein
alle voorgaande opmerkingen zijn onjuist

Wie deed de inspectie van deze qua soldaten (officieren waren merendeels noodgedwongen van niet-Limburgse origine) enige puur Limburgse legereenheid?

generaals van de legers der Grootmachten Groot-Brittannie, Rusland, Frankrijk, Pruisen en Oostenrijk
generaals van het Oostenrijkse en Pruisische leger
generaals van het neutrale Belgische leger
generaals van het Nederlandse leger

In 1848 leverde de Limburgse legereenheid reeds twee esquadrons (artillerie te paard) voor de oorlog tussen Denemarken en de Duitsche Bond onder leiding van Pruisen. In 1859 werd de Limburgse legereenheid gemobiliseerd voor de oorlog tussen Oostenrijk en Italie, de enige keer dat ook soldaten van niet-Limburgse oorsprong (alleen voor die oorlog) werden toegelaten tot die legereenheid. In 1866 was Pruisen in oorlog met de Duitsche Bond onder leiding van Oostenrijk. De reden was, summier uitgedrukt, onenigheid tussen Pruisen en Oostenrijk hoe om te gaan met Schleswig en Holstein. Waarom is deze oorlog belangrijk voor de Limburgsche (en tevens Duitse) legereenheid?

de legereenheid werd betrokken bij de operationele oorlogsvoering van de Duitsche Bond
de oorlog leidde tot het de facto uiteenvallen van de Duitsche Bond en daarmee ook tot het einde van het Limburgsche Bondscontingent en uiteindelijk het wederrechtelijk inlijven van Limburg bij Nederland
de Limburgse Jagers leverden een allesbepalende beslissing in de Slag van Koeniggraetz, die vreemd genoeg genegeerd wordt door Nederlandse en Limburgse geschiedenisboeken
die oorlog is helemaal niet belangrijk voor Limburg, noch direct, noch indirect

Wie hebben via veel propaganda en intimidatie de Annexionisten politiek monddood gemaakt (en daarmee feitelijk Lmburg verraden aan de 'Hollanders')?

koningin Wilhelmina en minister-president Ruijs de Beerenbrouck
burgemeester van Maastricht Leopold Bernard Josef van Oppen en Antoon van der Lande (president-commissaris) van bruinkoolontginingsmaatschappij NV Bergerode
Provinciale Staten
Wilhelmus Hubertus Nolens en Charles Ruijs de Beerenbrouck, naar wie macaber genoeg vele straatnamen in het Limburgse vernoemd zijn

Wie waren twee prominente leden van de anti-Hollandse verzetsgroep Limburgsche Liga (1925-1927), naar wie straatnamen genoemd zijn en een derde prominent lid dat in 1910 een aanbeveling deed aan de Raad der Gemeente Maastricht over het geven van straatnamen in een nieuwe aangelegde stadswijk van Maastricht?

Charles Rijs de Beerenbroeck en Wilhelmus Hubertus Nolens plus Henri van Groenendael
Theodoor Weustenraad en Joseph Laurent Jamine plus Pierre Kersten
Jos Postmes en Mathias Kemp plus Jules Schaepkens van Riemst
baron Jan Lodewijk van Scherpenzeel-Heusch en Alexander Schoenmaekers plus Edmond van Wintershoven

Limburg-Quiz, (c)2020 Henri JR Smeets, http://www.limbeurg.nl